Nadat ik Mount Maunganui en Papamoa Hills had beklommen, het ik de hoogtepunten in Tauranga wel zo’n beetje gezien. En het was ondertussen alweer september (jippie, begin van de lente!) en de komende weken zou er niet veel werk zijn op de orchard. Nu ik een aantal dagen vrij had, besloot ik erop uit te trekken naar Taupō.
Taupō
Vorig jaar, toen ik net aangekomen was in Nieuw-Zeeland, heb ik een tour doorheen het Noordereiland gemaakt met Stray. Eén van de activiteiten die je kon boeken was een skydive. Ik wilde dat wel graag doen, maar ik moest de keuze maken tussen de skydive of de Tongariro Alpine Crossing. Ik heb toen gekozen voor de Tongariro Alpine Crossing (die uiteindelijk niet door is gegaan door het slechte weer) en hier moest ik aan denken toen ik besloot naar Taupō te gaan.
Ik besloot met hetzelfde bedrijf de sprong te doen als het bedrijfje dat Stray aanraadt (er zijn er twee in Taupō, maar ik had hier al het meeste positieve over gehoord). En dan bleek ook nog eens dat zij de week nadien de deuren gingen sluiten omdat er niet genoeg toeristen waren om het nog rendabel te houden. Dus als je een sprong deed, kreeg je een gratis T-shirt. Wie kan daar nu neen tegen zeggen?!
Ik wilde nog niets vastleggen voordat ik in Taupō zou zijn, omdat ik schrik had dat ik het anders zou cancellen. Dus ik zou pas boeken als de avond voordien. Na een gezellige rit van Tauranga naar Taupō kwam ik aan in het hostel. En eenmaal dat ik gesetteld was ging ik naar de receptie om te vragen of ze een skydive konden boeken voor mij. Dat was geen probleem, en een kort telefoontje later was alles al in orde! Om 10u morgenochtend zouden ze me aan het hostel oppikken. Maar nu dus afleiding zoeken en er niet te veel aan denken! En die afleiding kwam er door een aantal kaartspellen en toffe gesprekken met andere backpackers in het hostel.
Skydiving
Het zag er naar uit dat het een stralende dag zou worden: enkele wolkjes aan de hemel maar vooral heel erg veel blauw en lekker warm. En om 10 uur zat ik klaar voor het hostel, wachten totdat iemand mij zou komen oppikken. En dat oppikken gebeurde zeker en vast in stijl: met een limousine!
Na een gezellig ritje doorheen Taupō met de limo, kwamen we aan op het kleine vliegveldje naast Lake Taupō. Allemaal het kleine gebouwtje in naast de grote hangaar en het eerste dat we mochten doen? Op de weegschaal gaan staan. Viel dat eventjes tegen… :-p
Nadat dat heftige gedeelte voorbij was kon het alleen maar beter worden, niet?! Een klein filmpje als introductie, en nog enkele instructies erbovenop. En dan kwam de grote keuze. Van hoe hoog zou ik springen? 9.000 feet? 12.000 feet? 15.000 feet? Of 18.500 feet, de hoogste optie? Natuurlijk, van hoe hoger je sprong, hoe langer de vrije val zou zijn. Van 30 seconden voor de 9.000 feet tot een belachelijk lange 75 seconden voor 18.500 feet.
Nu ja, je leeft maar één keer, dus besloot ik te gaan voor de hoogste optie: 18.500 feet! Ik kreeg er meteen al spijt van aangezien ik een aantal extra papieren kreeg om te tekenen in verband met hypoxemia… Nadat ik mijn leven weg getekend had, was het tijd voor het echte werk.
We kregen allemaal een mooie jumpsuit, een beveiligingsharnas, een ongelofelijk mooie bril en een stijlvolle muts. Iedereen werd nog een laatste keer gecheckt en dan was het tijd om in het vliegtuig “Pinkie” te stappen. Ik denk dat dit toch wel zo ongeveer het meest stressvolle moment was voor mij. De allerlaatste kans om me om te draaien en kei hard weg te lopen. Maar ik besloot moedig te zijn en toch in het vliegtuigje te kruipen.
Ik was niet de enige die ging springen, samen met nog 5 andere (plus hun begeleiders) zaten ze als sardientjes in een blik in Pinkie gepropt, allemaal toch met een beetje stress. En weg waren we, nu was er geen andere keuze meer dan uit het vliegtuig springen. De vlucht naar de juiste hoogte is het zeker en vast al waard. Je krijgt een mooi uitzicht over Lake Taupō en Tongariro National Park en alles erom heen. Toen we op een bepaalde hoogte waren, was het tijd om onze zuurstofmaskers op te zetten. Dat maakt alles toch nog net een beetje serieuzer.
En dan was het tijd voor de eerste personen om te springen op 12.000 feet. En niet veel later was het tijd voor de rest om te springen van 15.000 feet, en was ik de enige die nog over bleef. En een kleine vijf minuten later was het aan mij om te springen. We schoven steeds dichter naar de deur en ik voelde Damo (mijn begeleider) een laatste check doen om zeker te zijn dat ik goed vast zat aan hem. En dan ging de deur open. En enkele seconden later was het veilige gevoel van het vliegtuigje plotseling verdwenen en was in in vrij val.
Tijdens het eerste deel van de val waren mijn gedachten dit: AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH. Na enkele seconden begon ik een beetje meer te beseffen wat er aan het gebeuren was, mijn mond was heel droog van de lucht, mijn vingertoppen en tenen begonnen toch wel serieus koud te krijgen, de lucht voelde aan alsof ik in water zat… En ik begon er ook iets meer van te genieten, ik deed een poging om een beetje rond te kijken maar dat was moeilijker dan gedacht. Net toen ik een beetje begon te wennen aan de vrije val was het tijd om de parachute te openen.
Eenmaal dat die open was werd de wereld meteen heel een stuk stiller door de wind die niet meer zo veel lawaai maakte in mijn oren, en ik kon ook opnieuw normaal beginnen ademen. Wauw, en wat een uitzicht! Ik heb net wel gezegd dat het uitzicht vanuit het vliegtuig mooi was, maar dit is toch nog een heel stuk beter zo! Ik kon ook met Damo praten nu, en natuurlijk vroeg hij wat ik ervan vond. En wat anders kan je dan antwoorden dan dat het echt ongelofelijk was?
Nu, helaas kwam nu een iets minder aangenaam deel. Damo begon een aantal rondjes te draaien met de parachute en mijn maag was het daar niet helemaal mee eens, dus heb ik hem maar vriendelijk gevraagd om dat niet te veel te doen of het zou fout aflopen (lang leven wagenziekte, komt dus blijkbaar niet enkel voor in wagens). Gelukkig hield hij er wel rekening mee en was de rest van de afdaling naar de grond heerlijk rustig. Zelfs de landing was extreem zacht en aangenaam, al kon ik de eerste paar seconden eventjes niet fatsoenlijk op mijn benen staan. En het heeft ook wel een aantal minuten geduurd voordat ik mij niet meer zo duizelig voelde en ik weer in een fatsoenlijke rechte lijn kon lopen.
En dat was het dan, ik ben uit een vliegtuig gesprongen! Wie had dat ooit gedacht?
Watervallen en stoom
Huka Falls
Mijn weekendje in Taupō zat er nog niet op, ik had nog tijd om enkele dingen te doen! Ik besloot de Huka Falls nog eens te bezoeken. Daar was ik al eens eerder geweest, maar ik kan me nog steeds goed herinneren hoe hard ik onder de indruk was van hoeveel kracht water kan hebben, wat daar heel goed zichtbaar was. En jawel hoor, de Huke Falls waren er nog steeds en er stroomde nog steeds even veel water doorheen als een jaar geleden (200.000 liter per seconde, of zo’n 5 olympische zwembaden per minuut).
Buiten hier eventjes stilstaan en nadenken over de kracht van water is hier niet zo heel veel meer te doen, dus ging ik al snel weer verder naar mijn volgende bestemming: Craters of the Moon.
Craters of the moon
Taupō ligt in een active vulkanische zone, wat zorgt voor een aantal actieve vulkanen (iemand die White Island herinnerd waar vorig jaar enkele toeristen omgekomen waren toen de vulkaan uitbarstte?) en heel veel hot pools, geysers en in het geval van Craters of the Moon, een aantal openingen in de aarde waar continu stoom uitkomt met de bijhorende afzettingen van zwavel en andere stoffen die zorgen voor leuke kleurtjes op de grond.
Craters of the Moon is een park waarin een route is aangelegd die je kan wandelen. En naast het pad wil je echt niet lopen want er zijn zo veel openingen in de grond dat je geen idee hebt waar je terecht kan komen… Ondanks het weer dat niet helemaal meezat (beetje mistig en regenachtig) was het wel een mooie wandeling. Eenmaal dat je aan de geur van rotte eieren gewend bent (het viel goed mee hier) kan je ook iets meer genieten van hoe maf het eigenlijk is dat al die stoom gewoonweg water is dat ondergronds opgewarmd wordt door lava en dan door de opgebouwde druk naar boven wordt geduwd.
Bij de meeste openingen komt de stoom rustig uit de grond, maar er zijn enkele openingen waar er iets meer druk achter zit. Deze openingen produceren ook iets meer lawaai, en klinken een beetje als een ouderwetse waterkoker. Na een uurtje rondlopen in het park had ik alle ‘kraters’ wel gezien en begon het ook harder te regenen dus was het tijd om verder te gaan. En de volgende bestemming waren opnieuw watervallen, de Aratiatia Rapids.
Aratiatia Rapids
Deze stop was redelijk impulsief beslist, maar wel heel erg goed getimed. Lang geleden waren de Aratiatia Rapids vergelijkbaar met de Huka Falls, een versmalling in de rivier waardoor er enorme hoeveelheden water met gigantisch veel kracht tussen de rotsen stroomt. Nu hebben ze daar een dam gebouwd om elektriciteit op te wekken. Maar enkele keren per dag word de sluit volledig open gezeten en zijn de Aratiatia Rapids weer even wild als dat het was voordat de dam geplaatst werd. Dit gebeurd elke dag op dezelfde tijdstippen (wat ik niet wist) en ik was daar een klein kwartier voordat de dam zou openen, dus je zou het wel eens perfecte timing kunnen noemen!
Nadat ik mezelf een mooi plekje had gevonden en mijn camera klaar had begon het wel niet te regenen zeker? Dus zat er niets anders op dan mijn gsm te gebruiken en mijn lens regelmatig af te kuisen zodat er niet al te veel regendruppels op de foto’s terecht zouden komen. En dan ging de sluis open.
Het duurde toch een dikke 6 minuten voordat er genoeg water in de rivier terecht kwam om de rapid echt voldoende kracht te geven en het water helemaal wit te laten kleuren. Maar het duurde dan ook wel opnieuw een hele tijd nadat de sluis terug gesloten was voordat de rivier terug wat kalmer werd.
Op het hoogtepunt was het zeer indrukwekkend om te zien. Niet zo indrukwekkend als de Huka Falls, maar toch geen rivier waar ik graag eventjes in rond zou zwemmen op dat moment. Dat zou ik niet overleven vermoed ik…