Dunedin
Nadat ik nog steeds aan het bekomen was van Milford Sound, was het tijd om verder te reizen. De volgende stop was Dunedin.
Ik was al eens door deze stad heen gereden toen ik op weg was naar Stewart Island, en ben hier toen twee dagen gebleven. Mijn eerste indruk toen was dat het een hele lege stad was. Natuurlijk zag het er nu anders uit, over een week zou de universiteit terug beginnen en de stad begon dus vol te stromen met alle studenten! En veel studenten betekent natuurlijk ook de nodige feestjes en events.
Voor een van die events had ik een maand eerder al een ticketje gekocht. Met de hoofdreden dat het een Belg was die zou opstreden! Netsky was in Nieuw-Zeeland voor enkele maanden en deed een tour hier, omdat het nergens anders in de wereld mogelijk was op dat moment… En ook al is DNB niet helemaal mijn stijl, het was toch wel ongelofelijk goed om nog eens naar een concertje te gaan. Zeker toen die avond bleek dat Nieuw-Zeeland naar level 2 ging, dus grotere events waren niet meer mogelijk vanaf de volgende dag… Reden genoeg dus om er extra van te genieten!
En nog beter was dat ik in het hostel plots een vriend tegen kwam die ik al meer dan een jaar niet meer had gezien. Hij was een van de eerste mensen die ik ontmoette toen ik in Nieuw-Zeeland aankwam. En om hem dan plots bijna anderhalf jaar later tegen te komen in een random hostel in Dunedin was echt heel erg tof! Dat heeft mijn week in Dunedin zeker en vast een heel stuk beter gemaakt.
Maar helaas vond mijn bankaccount mijn lange vakantie niet meer zo leuk, en was het tijd om werk te zoeken zodat er weer een paar centjes binnen zouden komen. En dat werk vond ik in de vorm van appels plukken in Roxburgh.
Appels plukken en inpakken
Appels plukken is absoluut niet mijn favoriete job. Heel de dag op en af ladders klimmen met een zak appels van ongeveer 15 kg. Mijn knieën en rug vonden dat echt niet leuk meer na een tijdje. Dus na een maandje plukken was ik het volledig beu. Het seizoen was ook bijna voorbij, dus tijd voor iets anders. Ik was te lui om helemaal opnieuw op zoek te gaan naar een job en ik wilde graag in het zuiden van het zuidereiland blijven. Helaas was ik door mijn visa nog steeds gelimiteerd tot de horticultuur, dus ik had niet veel opties. In het packhouse ietsjes verder op waren ze nog op zoek naar mensen om de appels in te pakken, dus besloot ik daar maar voor te gaan.
En ook dat was geen geweldige job. Heel de dag appels in dozen steken of sorteren wordt wel heel erg saai na een tijdje. Maar ik had het geld nodig, dus ik had niet zo heel erg veel keuze. Gelukkig had ik nu wel heel erg regelmatige uren, dus meer dan genoeg tijd om te koken en in de weekends op uitstapjes te gaan naar Queenstown om eventjes alles te vergeten en te genieten van de mooie landschappen in Queenstown.
The Catlins
Tussen alle ritjes naar Queenstown, besloten we met de groep backpackers die ook op dezelfde boomgaard appels aan het plukken waren, The Catlins te bezoeken. The Catlins is een stuk land dat op het meest oost-zuidelijke punt van het zuidereiland ligt. En verrassend genoeg zijn hier een hele hoop dingen te ontdekken en is het ook nog eens een zeer mooie rit.
Fortrose
Onze eerst dag was niet al te speciaal, het was de rit van Roxburgh naar Invercargill om te tanken en boodschappen te doen en dan naar Fortrose, een mini dorpje (eigenlijk een gehucht) waar een gratis camping was. We zijn en blijven backpackers dus gratis is iets wat ons altijd aantrekt :).
Waipapa Point Lighthouse
De volgende dag begon een stuk interessanter. Onze eerste stop was Waipapa Point Lighthouse. Buiten dat hier een vuurtoren staat is hier niet zo heel erg veel te zien, maar het is wel een goede plek om op je gemakje de dag te beginnen en eventjes uit te waaien (al hadden we wel al goed uitgewaaid tijdens de nacht aangezien de camping vlak langs de zee lag…)
Slope Point
De volgende stop, slope point, was toch wel iets interessanter. Dit is officieel het meest zuidelijke puntje van het zuidereielnd (vergeet Bluff, Slope Point is nog een paar honderd meter zuidelijker!) Je zou denken dat ze hier een gigantisch bord hebben en een hoop mensen die proberen souvenirs te verkopen en eetstandjes en dergelijke. Maar in typische Nieuw-Zeelandse stijl ligt Slope Point in een weide waar een gigantische hoop schapen rondlopen. Probeer maar eens alle schapenkeutels te omzeilen… En ook al ligt het in een schapenweide, het is cool om op een van de meest zuidelijke plaatsen in de wereld geweest te zijn (Antarctica niet meegerekend natuurlijk). Ik denk dat enkel Chili (en een aantal (onbewoonde) eilanden) nog zuidelijker liggen.
Curio Bay
Aan Curio Bay ligt sowieso het meest spectaculaire deel van dit uitstapje: het Petrified Forest. Op zich klinkt dit misschien niet zo heel erg speciaal, maar hier liggen een aantal versteende bomen in de rotsen. En die zijn oud… 170 miljoen jaar. Je kan de bomen enkel zien bij laagtij, en daar hadden we totaal niet aan gedacht. Gelukkig was het net laagtij toen we aankwamen en konden we alles zien en de versteende bomen aanraken en er tussen lopen. Natuurlijk moet je je geen volledige bomen voorstellen, maar het zijn een hoop stompjes in de grond en neergevallen stronken. Helaas hebben toeristen vroeger een hoop van deze fossielen meegenomen naar huis en nu wordt er streng gecontroleerd dat niemand iets meeneemt. Omdat het zo cool was zijn we hier een hele tijd blijven hangen, tot het tij de veel opkwam en we eigenlijk weg gejaagd werden…
Papatowai
Vanavond zouden we op een camping in Papatowai blijven slapen. Helaas was deze niet gratis, maar 8 NZ$ is nu ook weer niet zo heel veel geld natuurlijk. En we zaten opnieuw vlak bij het strand, en wat is er beter dan een kampvuurtje bouwen en van de (toch een beetje frisse) nacht te genieten op het strand?
De volgende dag wilden we eerst nog iets bezoeken voordat we verder zouden rijden. In Papatowai is er The Lost Gypsy. Ik weet eigenlijk niet zo heel erg goed hoe ik moet uitleggen wat dit is, buiten dat het het kind in je naar boven haalt omdat je op allemaal knopjes kan drukken en aan hendels kan trekken. Het komt er eigenlijk op neer dat hier een uitvinder/artiest een showroom hooft gemaakt waarin allemaal uitvindingen/kunstwerken staan die bewegen. Zo is er een trein die rondrijdt als je op een knopje drukt en elke keer dat die bepaalde plekken passeert, gebeurt er iets. Zoals lichten die aangaan, mannetjes die van de sporen springen… Of een ouderwetse telefoon die bepaalde acties doet afhankelijk van de nummers die je belt… Het is echt een grote zotte ontdekkingstocht en we hebben daar een heel stuk langer rondgehangen dan verwacht. Het was al bijna middag toen we opnieuw buiten waren!
Nugget Point
Maar dat hield ons niet tegen om door te rijden naar onze laatste stop: Nugget Point. Een beetje een rare naam, niet? Maar eigenlijk ook totaal niet. Nugget Point is een klif waar een vuurtoren op gebouwd is. En voor die klif liggen er een hoop rotsblokken in de zee die door erosie niet meer aan de klif hangen. En die rotsblokken worden nuggets genoemd. Dus voila, nugget point!
Het was vandaag ook echt een schitterende dag met een stralende zon, wat nugget point er nog beter uit deed zien! Nadien hebben we nog even van de zee en de zon genoten door lunch op het strand te eten, voordat het tijd was om terug te keren naar Roxburgh…
Kepler Track
Tijdens een ander verlengd weekend besloot ik de Kepler Track te doen. Dat is een van de Great Walks. Het begon al wat later op het jaar te worden, en over een paar weken zou het te gevaarlijk worden om deze hike te doen door de kans op lawines en slecht weer. En het was ook nog eens een lang weekend, dus perfect om drie dagen te gaan hiken!
Dag 1: Car Park – Brod Bay Campsite (5,98 km)
De eerste dag was zeer gemakkelijk en ook ideaal als een eerste dag. Ik vertrok in de ochtend naar Te Anau, waar de start van de Kepler Track is. Dat is een ritje van een tweetal uur, dus rond de middag kwam ik aan. Ik had nog genoeg tijd om te genieten van een lekkere lunch in Te Anau en nog even naar het informatiecentrum te gaan om te checken of het weer oké ging zijn voor de komende dagen. En toen alles in orde bleek vertrok ik een mijn lange lange hike voor die dag: iets meer dan een uurtje wandelen naar de eerste campsite. Waarom slechts een uurtje wandelen op dag 1? Vooral omdat ik de hutten te duur vond en ik probeerde niet al mijn geld van de afgelopen weken op 1 weekend uit te geven. De hutten op deze hike kosten namelijk 65 NZ$ per nacht. En dan zit je met een hele hoop mensen in een hut die veel te warm is en waar er altijd wel iemand is die gigantisch hard snurkt. Dus besloot ik voor de camping te gaan, die 20 NZ$ kost en waar ik geen last heb van snurkende mensen.
De wandeling op de eerste dag volgde grotendeels Lake Te Anau, dus was op zich niet zo heel erg spannend. De zonsondergang in de avond was wel heel mooi om te zien en dan was het tijd om in mijn slaapzak te kruipen. Het begon ook serieus koud te worden ondertussen, ik denk dat het die nacht rond het vriespunt was (Jep, begin april kan het toch al eens goed koud worden hier in Fiordland). En de volgende dag zou een hele lange en zware dag worden, dus ik kon alle slaap goed gebruiken!
Dag 2: Brod Bay Campsite – Iris Burn Campsite (23,92 km)
In de ochtend werd ik om 5 uur al wakker gemaakt door mensen die al onderweg waren. De meesten van hen waren lopers waarvan ik vermoed dat zij de hike wilden lopen die dag. Elk jaar is er een grote wedstrijd waar een paar honderd mensen aan meedoen om Kepler Track te lopen. Lijkt me een serieuze uitdaging!
Toen de tweede groep mensen voorbij kwam rond 5:30 besloot ik het op te geven en maar gewoon op te staan, te ontbijten, te genieten van de zonsopkomst en vroeg te vertrekken. Mijn eerste doel voor vandaag was Luxmore Hut. Dat ik de hut waar de meeste mensen hun eerste nacht doorbrengen en die ligt bijna een de top van de berg. Dus ik begon de dag al meteen met een klim van een kleine 750 meter.
Het grootste deel van die klim was in het bos. Tot je op een 900m hoogte komt, en dan zit je heel plots boven de boomgrens. En dan zie je meteen ook het ongelofelijke uitzicht hier. Allemaal bergen rondom, Lake Te Anau… Een zeer spectaculair uitzicht! Van daar was het nog een kwartiertje wandelen tot Luxmore Hut, waar ik een kleine pauze zou nemen om een snack te eten en even tot rust te komen.
In Luxmore Hut was er een ranger aanwezig en zij gaf de waarschuwing om niet te lang te wachten want het zou een zeer winderige dag worden. Dus in plaats van een 20 tal minuten pauze besloot ik dan om maar verder te gaan na een korte pauze. En de ranger had gelijk, het begon steeds winderiger te worden en de wind werd ook steeds sterker.
Het hoogste punt van de Kepler Track is Mount Luxmore. Je loopt niet helemaal over de top van de berg, maar je kan wel een korte omweg doen en de laatste 100-tal meter naar de top klimmen. Ik ga zo’n uitdaging niet uit de weg en besloot ervoor te gaan. Wanneer ik bijna een de top was begon de wind te sterkt te worden en was het niet veilig meer om verder te gaan. Helaas heb ik de top dus niet gehaald, maar ik heb geprobeerd!
De wind bleef ondertussen maar toenemen en aangezien ik heel de tijd over de bergrug aan het lopen was, kreeg ik de volle vlaag van de wind. Ik moest heel erg voorzichtig zijn. Gelukkig had ik ondertussen geleerd naar het gras te kijken om zo te zien of er een sterke windvlaag aan zou komen en me alvast kon voorbereiden. Ik was wel opgelucht toen ik aankwam aan de eerste schuilhuisje. Het was aangenaam om eventjes uit de wind te zijn en op mijn gemakje lunch te eten.
Nadat de lunchpauze was het tijd voor het volgende stuk. De wind was gelukkig een beetje minder intens, dus dat maakte het toch wel iets gemakkelijker. En de uitzichten waren echt ongelofelijk mooi! Ik was nog steeds aan het wandelen over de bergkam en ik bleef me verbazen van hoe ongelofelijk mooi het hier is. Zeker een hike die in opnieuw ga doen, dat staat alvast vast!
Toen ik aankwam bij de tweede schuilplaats was het tijd voor nog een laatste kleine pauze voor ik aan de afdaling zou beginnen. Nog een paar laatste momenten om te genieten van deze unieke landschappen en dat begon de afdaling naar de campsite waar ik deze nacht zou blijven slapen.
Om eventjes aan te geven dat dit wel degelijk een zeer intense dag was, ik heb vandaag in totaal 1725 meter geklommen en ben ook weer 1463 meter afgedaald. Dat heb ik zelfs tijdens mijn hike in Nepal nooit gehaald, zo’n grote nummers. Je kan je wel voorstellen dat ik die avond als een blok in slaap viel nadat de ranger van die hut langs was gekomen om uit te leggen hoe je het beste omgaat met de Kea als ze je tijdens de nacht komen storen.
Dag 3: Iris Burnt Campsite – Motorau Hut (16,37 km)
En opnieuw had ik geen kans om uit te slapen deze ochtend. Al werd ik deze keer niet wakker gemaakt door mensen, maar door de Kea. Kea zijn de papegaaien die hier in de hoge bergen leven. Het zijn slimme beestjes (ze zijn vergelijkbaar met kindjes van drie tot vier jaar) en net zoals die kleuters zijn ze ongelofelijk nieuwsgierig en doen ze er alles aan om aan eten te geraken. Dus gaten in tenten knagen, de lijnen van je tent lostrekken, je backpack overhoop halen… vinden ze allemaal heel erg leuk om te doen. Al is dat natuurlijk niet zo aangenaam voor jou als ze in de ochtend aan je tentje aan het knagen zijn…
Gelukkig hebben ze geen gaten in mijn tent gemaakt en enkel een paar lijnen los gemaakt. Andere campers hadden niet zo veel geluk en hadden wel enkele gaten in hun tent. En dat is echt niet fijn als het tijdens de nacht heel de tijd regent… Hun oplossing? Sokken in de gaten steken. Niet 100% effectief, maar het houdt wel de ergste regen buiten!
Het bleef heel de dag regenen, maar liever nu dan gisteren. Het stuk van de hike vandaag ging door het bos en ik vond dat de regen daar eigenlijk wel bij paste op de een of andere manier. En voor vanavond had ik wel de hut geboekt (er is geen campsite hier), en toen ik lekker nat aan de hun aan kwam was ik daar nog wel blij mee eigenlijk.
De avond in de hut was aangenaam (maar natuurlijk veel te veel mensen) en de ranger in deze hut heeft een hele geschiedenisles gegeven van de omgeving en water allemaal met Lake Te Anau en Lake Manapouri gebeurd is in de laatste 100 jaar of zo. Zeer interessant en wel zot wat mensen allemaal deden en hoe dom we dat nu vinden omdat we nu meer weten…
Dag 4: Motorau Hut – Car park (16.61 km)
Na opnieuw een zeer korte nacht (snurkers, jeej) was het tijd voor het laatste stuk van de hike. Vandaag voelde ik echt de vermoeidheid in mijn benen van twee dagen geleden. Dat was toch net iets te veel voor mij vermoed ik, die lange dag over de bergkammen. Gelukkig regende het niet meer en waren er een aantal mooie uitzichten. Lake Manapouri is verrassend mooi om te zien met alle kleine eilandjes in het meer.
Toen ik het pad begon te herkennen wist ik dat de hike er bijna op zat en dat ik bijna aangekomen was! Nog net een laatste foto met het bord van de Kepler Track en dan was het tijd om terug naar Roxburgh te rijden.