Na een heftige toch over de Foveaux Strait was het tijd om tot rust te komen op Rakiura (of Stewart Island). Dat eilandje hangt helemaal onderaan Nieuw-Zeeland en is het derde grootste eiland van het land. Waarom helemaal naar Rakiura rijden en varen? Grotendeels omdat dit eiland een van de stukken van Nieuw-Zeeland is dat het minste is aangeraakt door mensen. Maar toch vooral omdat je hier blijkbaar redelijk gemakkelijk Kiwi’s (de vogel) kan zien! Ik heb een tweetal weken gepland om dit eiland te verkennen, hopelijk zie ik er toch eentje!
Oban
Oban is de enige stad (of dorp?!) op het eiland. En om eventjes met een paar cijfers te gooien: er leven ongeveer 400 mensen in Oban. En deze 400 mensen zorgen voor 0.2 inwoners per vierkante km op het eiland. Toch niet slecht he?! Als je met de ferry aankomt kan je in één oogopslag bijna de hele stad zien. De ene kleine supermarkt, het hotel en de paar huizen die iets verderop op de heuvel staan. Het ‘centrum’ van het dorp bestaat uit een kort straatje en je wandelt doorheen het hele dorp in minder dan vier minuten. En ik dacht dat het dorp waarin ik opgegroeid ben klein was… (2500 inwoners in 2005).
Oké, genoeg over Oban, dat is niet de reden dat ik naar Rakiura gekomen ben! Ik ben hier voor de natuur. Er zijn een aantal hikes die je kan doen op Rakiura: enkele korte dagwandelingen in en rond de stad. Of je kan voor enkele dagen kiezen en opteren voor de Great Walk op het eiland, die je een drietal dagen van de natuur laat genieten. Drie dagen leek me niet genoeg uitdaging. Dus koos ik voor optie B: het North West Circuit. 125 kilometer wandelen in elf dagen. Dat leek me wel een leuke uitdaging!
The North West Circuit
Ik weet dat veel mensen mij gek verklaren door de gedachte alleen al. Wie gaat er nu elf dagen aan een stuk wandelen? Dat dacht ik eerst ook, maar dan herinnerde ik me dat ik iets soortgelijk al eerder had gedaan. Zes jaar geleden heb ik de West Highland Way in Schotland gewandeld met enkele vrienden. Ongeveer 150 kilometer wandelen in acht dagen als ik me niet vergis.
Maar er zijn enkele verschillen tussen de hike op Stewart Island en de West Highland Way. Het grootste verschil? Er zijn geen winkeltjes op het North West Circuit. Je moet dus genoeg eten meenemen voor twaalf dagen (plus twee extra dagen mocht er iets gebeuren en het langer duurt dan verwacht). In mijn geval betekende dit iets meer dan acht kilo aan eten. Havermout voor in de ochtend, wraps voor de middag en een gedehydreerde maaltijd voor in de avond. En natuurlijk een hoop snacks: nootjes, mueslirepen, chocolade… Ik denk dat mijn rugzak aan de start zo’n 20 kg woog.
Het pad is ook een heel stuk minder onderhouden, er zijn veel obstakels waar je overheen of rond moet wandelen. En vooral: MODDER! Rakiura staat ervoor bekent dat het er veel regent. België is er niets tegen! En doordat het pad niet echt onderhouden is ontstaan er modderpoelen die elk jaar een beetje dieper worden. Modder tot aan je knieën is geen uitzondering en af en toe kan het zelfs tot aan je heupen komen. Klinkt tof, niet?! Ohja, en nog een laatste dingetje? Het is absoluut geen vlak pad. Gemiddeld wandel je twee kilometer per uur omdat je continu steile heuvels moet beklimmen en opnieuw afdalen.
Voila, ik heb je een beetje een idee gegeven van het North West Circuit. Ik begrijp dat het nu ongelofelijk negatief klinkt, maar blijf verder lezen en ik zal het een stuk positiever maken (en je misschien overhalen om de hike zelf te doen?!). Als je mijn vorige blogposts hebt gelezen, weet je wel dat ik nog wel eens zeer gedetailleerd een dag hiken kan beschrijven met (meestal?!) iets te veel info. Omdat het deze keer twaalf (12!) dagen zijn, ga ik mijn best doen het niet te lang te maken en het kort te houden. Als je toch meer details wilt, laat het weten en ik geef je met plezier een uitgebreid verslag! En nu op naar hike.
Dag 1: Oban – Port William Hut (15,63 km)
Dit is waarschijnlijk één van de gemakkelijkste dagen van de hike. Dit is ook deel van de Great Walk, dus het is een goed onderhouden pad. Weinig tot geen modder, mooi aangelegde en duidelijke paden en kiezels om het wandelen gemakkelijker te maken. Dus ideaal om eraan te beginnen!
Ondanks dat dit stuk van de hike redelijk druk is (doordat het deel is van de Great Walk), heb ik heel de dag alleen gewandeld. Enkel toen ik aankwam aan de hut zag (en hoorde) ik een hoop mensen. De hut was dan ook zo goed als volledig vol. Gelukkig heb ik onderweg toch nog enkele mooie foto’s kunnen nemen voordat het begon te regenen en ik mijn camera moest opbergen zodat ‘ie veilig zou zijn van de regen.
Dag 2: Port William Hut – Bungaree Hut (7,24 km)
Na een lange nacht (natuurlijk was er iemand aan het snurken in de kamer, dat kan ook gewoonweg niet anders!) was het tijd om afscheid te nemen van het goed aangelegde en mooi onderhouden pad en de echte natuur in te duiken. En zonder overdrijven, minder dan een half uur nadat ik vertrok stond de modder me al tot de enkels. Ik was onmiddellijk zeer blij dat ik beenbeschermers gekocht had! En neen, dat zijn niet dezelfde dingen als voetballers dragen. Hoe kan ik het best beschrijven? Het is een ‘mouw’ die van je enkel tot je knieën loopt en nauw aansluit op je been en schoen. Op deze manier kan modder/zand/water uit je schoenen worden gehouden en het beschermt je ook tegen dorens en scherpe takken (misschien dat de foto hierboven je een iets beter beeld geeft ;)). Heel simpel gezegd: het transformeert je wandelschoen in een wandellaars.
Ondanks dat er toch wel een aantal heuvels waren, was het niet al te erg vandaag. In de ochtend was er nog een beetje regen, maar dat stopte al snel en niet veel later kwam de zon zelfs tevoorschijn! Eén ding dat ik wel zou moeten leren: oppassen voor uitstekende boomwortels! En met een zeer zware rugzak op mijn rug is het nog eventjes wennen en zoeken naar mijn evenwicht. Gelukkig was het maar een korte wandeling vandaag, en na een kleine vier uur wandelen kwam ik al aan in de hut. Hierdoor had ik een groot deel van de namiddag vrij om te rusten en te genieten van de ongelofelijk mooie plek. De hut stond vlak aan het strand. Een goed boek lezen met de golven op de achtergrond. Kan je iets beter bedenken om je tijd te spenderen? Plus, ik had de hele hut voor mezelf, dus geen last van snurkende mensen, heerlijk!
Dag 3: Bungaree Hut – Christmas Village Hut (11,96 km)
Vandaag zou een iets langere wandeling worden. Maar ik voelde dat ik er klaar voor was! Waar ik niet klaar voor was, waren de vele vele heuvels. De meeste waren niet zo heel erg hoog, maar wel ongelofelijk steil! Dit komt vooral door alle kleine riviertjes die richting de zee lopen. Zij maken diepe geulen in de grond waardoor je af en toe bijna loodrecht naar boven of beneden moet klimmen. En niet te vergeten: met een rugzak op je rug van zo’n 20 kg!
En voor de verandering was er een heel stuk over het strand. Voordeel: je moet niet telkens op en af heuvels wandelen. Nadeel: je wandelt over zand. En dat wordt echt wel heel erg vermoeiend na een kilometer of twee. Maar goed dat het geen los zand was, maar net nat genoeg om een iets stevigere grond te vormen. Ik was bijna blij om terug in het bos te zijn!
Voordat ik terug in het bos dook was er een stukje door de duinen. Opnieuw bleken mijn beenbeschermers ongelofelijk handig! Ik voelde niets van de stekelige en snijdende duinplanten!
Eenmaal terug in het bos kwam ik enkele reuzen Rimu’s tegen. Dit is een zeer traag groeiende boom in Nieuw-Zeeland die bijna allemaal omgezaagd zijn omdat ze uit perfect hout bestaan. De Maōri gebruikte deze bomen om Waka (kano’s) uit te maken en de Europeanen verscheepte deze bomen naar andere landen voor meubels/huizen/… Deze gigantische bomen hier zijn gespaard gebleven omdat ze te diep in het bos stonden en te ver van alles om er winst op te maken.
Niet veel later kwam het einde van de wandeling van vandaag in zicht: een bordje met de tekst dat Christmas Village Hut (vraag me niet waarom die zo heet, ik heb geen flauw idee) nog 15 minuten wandelen was! En verrassing: de laatste paar minuten waren weer over een stand. Al was het geen zandstrand deze keer, maar een kiezelstrand! Een beetje afwisseling kan wel leuk zijn zo af en toe.
Deze avond had ik de hut niet helemaal voor mezelf. Een groep zeer vriendelijke en blije mensen kwam binnen een uur of twee na mij. En waarom waren ze zo blij? Omdat een bootje hen hier in de ochtend zou komen oppikken! Al bleek niet veel later dat ze toch nog een stukje verder zouden moeten wandelen. De zee zou te onrustig zijn de volgende dag, waardoor hun boot niet kon komen en ze tot Port William moesten wandelen. Ook al was dat niet het nieuws waar ze op gehoopt hadden, er is niets aan te doen en erover klagen gaat zeker niet helpen. Dus bekeken ze het van de positieve kant: ze zouden een stuk meer van de hike kunnen zien!
Nog een uur later kwam er nog iemand toe, Tom, die ik had leren kennen in Port William Hut had vandaag Hananui/Mt. Anglem beklommen. Hananui is de hoogste berg op het eiland (980 m) en is een zeer mooi punt van waarop je een heel groot deel van het eiland kan zien en een stuk van het zuidereiland. Als je geluk hebt met het weer natuurlijk. Tom had een aantal foto’s getrokken vanop de top en mocht het weer morgenochtend goed zijn, zou ik de berg ook beklimmen. Because why not?!
Dag 4: Christmas Village Hut – Hananui – Yankee River Hut (25,76 km)
Ik was deze ochtend al vroeg wakker, en voor één keer was ik daar blij om. De zonsopgang was echt ongelofelijk mooi vandaag! Laten we hopen dat dit betekent dat het ook een goede dag zou worden! Omdat het erop leek dat vandaag wel eens een redelijk goede dag zou kunnen worden, besloot ik om wel degelijk Hananui te beklimmen. Gelukkig moet ik hiervoor niet mijn volle backpack meenemen, ik moest sowieso terug langs de hut wandelen op de terugweg. Dus ik heb het grootste deel van mijn spullen achtergelaten en water en een paar snacks in mijn rugzak gestoken en vertrokken.
Het eerste deel van de wandeling ging goed, het pad was wel oké. Na een half uurtje wandelen werd de beklimming steiler en het pad slechter. Ik was nu door een stroompje water aan het wandelen dat het midden van het pad volledig uitgesleten had. Dit maakte de wandeling een heel stuk moeilijker omdat je continu moet oppassen dat je voet niet vast komt te steken en dat je niet uitglijdt. Na een dikke twee uur wandelen begon het einde in zicht te komen. Ik zat ondertussen al boven de boomgrens en er waren enkel nog kleine struikjes te zien. Maar de grond werd steeds meer een moeras. Af en toe leek het alsof ik over water aan het lopen was en enkel het gras en de mossen hielden mij tegen van kopje onder te gaan. Wanneer ik aan het wandelen was zag je het water onder het gras zelfs golfjes vormen. Vooral niet verontrustend ofzo hoor…
Op een klein incidentje na heb ik het helemaal tot boven gemaakt. En wat was dat incidentje? Ik dacht dat een plas niet zo diep ging zijn… Bleek dat het een modderpoel was, even diep was als mijn benen lang waren. Top, modder tot aan de heupen hebben we ook weer meegemaakt!
Eenmaal boven aangekomen begonnen de wolken helaas wel dichterbij te komen, dus ik heb heel snel een aantal foto’s gemaakt voordat het te laat zou zijn. En jawel hoor, een kwartier later was een groot deel van mijn uitzicht al volledig weg. Heb ik eventjes geluk dat ik het net op tijd gemaakt heb! Doordat de zon weg was en ik een tijdje stil had gezeten, voelde ik meteen de kou, ik was blij dat ik mijn down jacket meegenomen had (altijd op alles voorbereid zijn, les één als je naar Nieuw-Zeeland komt!)
De klim naar beneden was een heel stuk moeilijker dan ik verwacht had. Het was exact hetzelfde pad, en ik wist nu wel een beetje waar ik voor op moest letten, maar toch ben ik nog ergens goed uitgegleden en een paar schrammen op mijn arm gekregen. Die vormen nu, vier maanden later, een litteken en een mooi aandenken aan deze hike.
Eenmaal terug aan de voet van de berg en in de hut was het tijd voor lunch. Het was ondertussen al 1 pm en het begon toch laat te worden. De hike tot Yankee River Hut zou zes tot zeven uur duren. Als ik goed door zou wandelen zou ik het wel kunnen maken voordat het donker werd. Ik besloot het erop te wagen en ervoor te gaan.
Ik had eventjes onderschap wat een zware tol de beklimming van Hananui op mijn lichaam had genomen, en ik was niet zo snel als ik had gehoopt. Het hielp ook niet dat er vandaag extreem veel heuveltjes waren om te beklimmen en terug af te dalen. Ik begon te vrezen dat ik het niet zou halen voordat het donker ging zijn en had mijn hoofdlampje alvast boven in mijn rugzak gestoken tijdens de laatste pauze zodat ik er gemakkelijk aan zou kunnen mocht het nodig zijn. Uiteindelijk bleek het toch niet nodig te zijn en kwam ik een half uur voordat het echt donker werd aan in de hut! Al was ik wel niet op tijd om de regen voor te zijn…
Ik had gehoopt dat er al andere mensen in de hut zouden zijn, zodat het lekker warm zou zijn binnen en ik geen vuur meer aan moest steken. Helaas was dat niet het geval en was ik alleen voor de nacht. Na een beetje moeite had ik een vuurtje gaande en begon het een beetje op te warmen binnen. Nu nog net al mijn kleren te drogen te hangen (en mijn schoenen) en dan kon ik mijn avondeten maken, een beetje lezen en in slaap vallen. Na zo’n vermoeiende dag als vandaag duurde het niet lang voordat ik in een diepe slaap was. Zo diep zelfs, dat de rest van de hike tot volgende week zal moeten wachten ;).